Tot en met 31 december 2025 was het voor een contractspartij in principe niet mogelijk om binnen het kader van een contract een beroep te doen op de regels van buitencontractuele aansprakelijkheid wanneer de tegenpartij in gebreke blijft. Dit staat bekend als het samenloopverbod tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Uit dit verbod vloeit het principe van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent voort.
Als uitvoeringsagent worden onder andere beschouwd:
- Werknemers ten opzichte van hun werkgever.
- Bestuurders ten opzichte van de door hen bestuurde vennootschap.
- Onderaannemers ten opzichte van een hoofdaannemer.
Concreet betekent dit dat een contractspartij die schade lijdt in de uitvoering van een contract enkel een contractuele vordering kan instellen tegen de partij waarmee het contract is afgesloten. Hierdoor kunnen uitvoeringsagenten niet rechtstreeks door de schadelijder worden aangesproken, aangezien er tussen hen geen contractuele band bestaat.
NIEUWE SITUATIE VANAF 1 JANUARI 2025
Met de invoering van het nieuwe Boek 6 wordt het in de toekomst mogelijk voor contractspartijen om uitvoeringsagenten rechtstreeks aan te spreken, zowel op contractuele als op buitencontractuele grondslag. Dit betekent bijvoorbeeld dat een bouwheer niet alleen de hoofdaannemer kan aanspreken bij schade veroorzaakt door een onderaannemer, maar ook rechtstreeks de onderaannemer zelf.
Voor werknemers houdt dit in dat zij ook direct aansprakelijk kunnen worden gesteld, zij het binnen de grenzen van artikel 18 van de Wet op de Arbeidsovereenkomsten. Dit artikel bepaalt dat een werknemer enkel aansprakelijk is voor opzet, zware fout of lichte fout die vaak voorkomt. Voor bestuurders betekent dit een uitbreiding van hun externe aansprakelijkheid, omdat ook zij nu door contractspartijen van de vennootschap kunnen worden aangesproken.
De bestuurdersaansprakelijkheid blijft echter onder de reikwijdte van het Wetboek van vennootschappen en insolventierecht vallen.
MOGELIJKHEID TOT AFWIJKING VAN DE NIEUWE REGELGEVING
De wetgever biedt de mogelijkheid om de quasi-immuniteit van uitvoeringsagenten contractueel te behouden. Dit kan door clausules op te nemen in algemene verkoopsvoorwaarden en specifieke contracten, zoals arbeidsovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten en (onder)aannemingsovereenkomsten.
REDEN TOT WIJZIGING
De wetgever wil een einde maken aan situaties die als onbillijk worden ervaren. Een voorbeeld hiervan is een bouwheer die momenteel met lege handen achterblijft wanneer een hoofdaannemer failliet gaat en de schade te wijten is aan een nalatige onderaannemer. In dergelijke gevallen heeft de bouwheer nu enkel een vorderingsmogelijkheid tegen de hoofdaannemer.