Bestuurder zijn van een vennootschap of vzw gaat gepaard met belangrijke verantwoordelijkheden. U voert handelingen uit die de vennootschap verbindt. Een fout of nalatigheid tijdens de uitoefening van de functie kan zware gevolgen hebben en schade met zich meebrengen. Bovendien kan u persoonlijk gehouden worden om die schade te vergoeden, waardoor uw privévermogen in het gedrang kan komen.
Niet naleven van de norm van ‘goede bestuurder’
Wanneer een bestuurder zijn opdracht niet zorgvuldig uitvoert en daardoor schade veroorzaakt, kan hij daarvoor persoonlijk aangesproken worden. Zo’n beleidsfout hoeft niet noodzakelijk een wettelijke schending te zijn, maar slaat ook op de algemene normen van goed beleid. Denk maar aan schade door bepaalde subsidies niet aan te vragen of door te vergeten om noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Een ander voorbeeld is een arbeidsongeval waarbij iemand zware letsels oploopt of zelfs overlijdt. Ook het coronavirus kan schadeclaims met zich meebrengen. De vennootschap moet noodzakelijke en verplichte maatregelen nemen om zich aan te passen aan het ‘nieuwe normaal’, met snel veranderende regels en wetgeving. Dat kan wel eens gepaard gaan met beleidsfouten.
Kennelijk grove fout die tot het faillissement leidt
Maakt een bestuurder een grove fout die later tot het faillissement van de vennootschap leidt, dan is hij ook persoonlijk aansprakelijk. Typische voorbeelden zijn het niet bijhouden van een boekhouding of ernstige fiscale fraude. De aansprakelijkheid berust meestal ten opzichte van de curator en tegenover derden.
Inbreuk op de statuten of het WVV
Daarnaast kunnen er ook overtredingen gemaakt worden tegen wettelijke bepalingen, zoals tegen de eigen statuten of tegen de Wet op de vennootschappen en verenigingen (WVV). Die strafbare feiten kunnen gebeuren tegenover de vennootschap, maar evengoed ten opzichte van derden. Handelen buiten het statutair doel, of het niet of laattijdig neerleggen van de jaarrekeningen zijn de meest gekende inbreuken.